Ontstaan osteopathie

Osteopathie ontstond in Amerika in het jaar 1874. Andrew Taylor Still  was een Amerikaans arts die wordt gezien als de grondlegger van de osteopathie. Hij was een van de oprichters van Baker University, de oudste universiteit in de staat Kansas, en was oprichter van de American School of Osteopathy (thans A.T. Still University), ’s werelds eerste osteopatische school in Kirksville.
Hij ondervond dat mensen sneller en beter herstelden van ziekten als hij het lichaam met zijn handen soepel maakte en rechtzette. Zijn verklaring hiervoor was dat het lichaam als gevolg van infecties, stress, ongevallen, overbelasting, etc. minder beweeglijk wordt en daardoor vatbaarder voor ziekte en klachten. Het doel van osteopathie is om de gezondheid te bevorderen middels het herstellen van de oorspronkelijke beweeglijkheid van het lichaam. Dat kan gebeuren in het bindweefsel van o.a. spieren en gewrichten, organen (viscera) en zenuwen (craniosacrale systeem). De osteopaat zoekt naar die specifieke regionen van verminderde beweeglijkheid en herstelt deze met de handen.

 

Filosofie

Osteopathie is een manuele geneeswijze die zich richt op het herstellen van de normale bewegelijkheid van het lichaam. Hierbij is het uitgangspunt; waar weefsel goed beweeglijk is krijgen klachten geen kans. Bewegingsverlies kan zich uiten in klachten als rugpijn, stuitklachten, nekklachten, buikpijn, hoofdpijn, migraine onrust of bijvoorbeeld een slechte houding.

Bewegingsverlies kan ontstaan door krachten van buitenaf of door processen in het lichaam zelf. Overbelasting van weefsel speelt hierbij een centrale rol.

Te grote krachten van buitenaf tasten de kwaliteit van weefsel aan, dit leidt tot verharding, bijvoorbeeld na een harde val ( denk aan val op het stuitje) of kneuzing, na een operatie, een botbreuk, soms ook na een gecompliceerde tandheelkundige behandeling. Ook een zware bevalling of een vacuümverlossing waarbij de schedel van een baby veel te lijden heeft, kunnen leiden tot bewegingsverlies.

Processen in het lichaam zelf:
• Erfelijkheid, bepaalde families hebben van nature een stuggere bouw
• Ontstekingen in weefsels kunnen littekens nalaten
• Overbelasting door verkeerde voeding kan stapeling geven van afvalstoffen, waardoor weefsel verhardt
• Langdurige stress heeft invloed op (bij)nieren en darmen, angst werkt verstijvend

We zien vaak dat klachten niet daar ontstaan waar de primaire oorzaak zich bevindt en dat er een aanzienlijke periode kan bestaan tussen de oorsprong en de klacht waarvoor de patiënt zich laat behandelen. Een paar voorbeelden:
• Een val op het stuitje kan na verloop van tijd hoofdpijn of duizeligheid veroorzaken.
• Buikoperaties kunnen na verloop van tijd stoelgangproblemen, rugpijn, hoofdpijn, nek- en schouderklachten veroorzaken.

Osteopathie is een complementaire geneeswijze. Dit houdt in dat osteopathie aanvullend is op de reguliere geneeskunde en dat het een bruikbare methode vormt naast reguliere behandelmethoden. Ook is osteopathie gebaseerd op de onderlinge relaties tussen anatomie, fysiologie en embryologie net zoals de reguliere geneeskunde.

Om didactische redenen werd de osteopathie vaak onderverdeeld in 3 systemen. Het spreekt voor zich dat deze een geheel vormen en samen functioneren en onderling reageren.

Pariëtale systeem van osteopathie

Het pariëtaal systeem bestaat uit het bewegingsapparaat van het menselijk lichaam, bestaande uit de wervelkolom, de ledematen met al zijn gewrichten, spieren, pezen en banden. Pijn in het bewegingsapparaat kan veroorzaakt worden door bewegingsverlies van het bewegingsapparaat opgelopen door een ongeluk, een infectie, een chronische aandoening zoals reuma of een overbelasting. De osteopaat onderzoekt het gehele bewegingsapparaat en zoekt relaties tussen de gevonden bewegingsbeperkingen en behandelt deze beperkingen indien noodzakelijk.

Viscerale systeem van osteopathie

Het viscerale systeem wordt gevormd door de inwendige organen met hun ophangsysteem, bloedvaten en lymfestelsel bv. in keel-, borst- en buikholte. Ieder orgaan kent een bepaalde beweeglijkheid, gekoppeld aan zijn structuur, ophangsysteem en embryologische ontwikkeling. Deze bewegingen zijn voornamelijk onbewust, denk aan longen, hart en darmen. Daarnaast zijn er, ook onbewuste, bewegingen die ontstaan door het middenrif. Naast de functie in verband met de ademhaling, heeft het middenrif een pompfunctie voor de buikorganen. Deze stimuleert de bloedsomloop en verbetert de darmwerking.

Verlies van deze beweeglijkheid heeft mogelijk klachten tot gevolg op het bewegingsapparaat, de schedel en uiteraard het orgaan zelf.

Craniosacrale systeem van osteopathie

Het craniosacrale systeem omvat de schedel, of wel het cranium, het wervelkanaal-complex van cranium tot sacrum (heiligbeen) met zenuwvoorziening en vloeistofcirculatie. Het cranium bestaat uit 20 verschillende botstukken die van elkaar zijn gescheiden door schedelnaden. De schedel heeft hierdoor een zekere mate van flexibiliteit en vervormbaarheid. De bewegingen hier zijn niet zichtbaar maar wel voelbaar voor een geoefend osteopaat. Fixatie van de schedelbotstukken, bijvoorbeeld door een val, een geboorte, of oorontsteking,kan leiden tot klachten wat zich lokaal, maar ook elders in het lichaam kan uiten.